This story was written by the ILO Newsroom For official ILO statements and speeches, please visit our “Statements and Speeches” section.

IAO: Slechts zes procent van het huishoudelijk personeel heeft uitgebreide sociale bescherming

Huishoudelijk personeel levert een belangrijke bijdrage aan de samenleving en geeft vitale zorg aan gezinnen en huishoudens, maar blijft ondergewaardeerd.

Press release | 16 June 2022
© Kate Holt / Solidarity Center
Genève (IAO-Nieuws) — Volgens een nieuw rapport van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) heeft slechts zes procent van het huishoudelijk personeel wereldwijd toegang tot uitgebreide sociale bescherming.

Meer dan 94% van alle huishoudelijk werkers heeft geen toegang tot alle vormen van bescherming, waaronder de uitkeringen vallen voor medische zorg, ziekte, werkloosheid, ouderdom en arbeidsongevallen; gezins-, moederschaps-, invaliditeits- en nabestaandenuitkeringen.

Ongeveer de helft van alle huishoudelijk personeel heeft helemaal geen dekking, terwijl de andere helft wettelijk gedekt is door ten minste één uitkering, blijkt uit het rapport Making the right to social security a reality for domestic workers: A global review of policy trends, statistics and extension strategies.

Zelfs wanneer zij wettelijk gedekt zijn, wordt in de praktijk slechts één op de vijf huishoudelijk werkers in dienst genomen omdat de overgrote meerderheid informeel wordt tewerk gesteld.

Ondanks hun vitale bijdrage aan de samenleving en de ondersteuning van huishoudens en hun persoonlijke en zorgbehoeften, stuiten de meeste van de 75,6 miljoen huishoudelijk werkers in de wereld op meerdere belemmeringen om toegang te krijgen tot wettelijke dekking en effectieve toegang tot sociale zekerheid. Zij zijn vaak uitgesloten van de nationale socialezekerheidswetgeving.

Aangezien 76,2% van het huishoudelijk personeel (57.7 miljoen mensen) vrouw is, maakt een dergelijke kloof op het gebied van sociale bescherming vooral vrouwen kwetsbaar.

Hoewel slechts weinig huishoudelijk personeel een uitgebreide sociale bescherming geniet, komen zij vaker in aanmerking voor ouderdoms-, invaliditeits- en nabestaandenuitkeringen en medische zorg en, in iets mindere mate, voor moederschaps- en ziekte-uitkeringen. De meesten onder hen hebben geen toegang tot socialezekerheidsregelingen die verband houden met werkloosheid of arbeidsongevallen.

Er bestaan grote verschillen tussen de regio’s. In Europa en Centraal-Azië is 57,3% van het huishoudelijk personeel wettelijk gedekt voor alle uitkeringen. Dit is bijvoorbeeld het geval in België, Frankrijk en Duitsland. Sinds de goedkeuring van een koninklijk besluit op 13 juli 2014, vallen alle huishoudelijk werkers in België onder de sociale zekerheid, met uitzondering van degenen die niet-huishoudelijk werk verrichten zoals tuinieren.

Iets meer dan 10 procent heeft een dergelijk recht in Amerika; bijna geen daarvan is volledig gedekt in de Arabische staten, Azië en de Stille Oceaan en Afrika – regio’s waarin een aanzienlijk aantal huishoudelijk werkers aan de slag is.

De coronapandemie heeft de lacunes op het gebied van sociale bescherming waarmee huishoudelijk personeel wordt geconfronteerd aan het licht gebracht. Zij behoorden tot de zwaarst getroffenen tijdens de pandemie, waarbij velen hun baan verloren en niet meer in hun levensonderhoud konden voorzien. Veel mensen die hun baan behielden, werden vaak zonder voldoende beschermingsmiddelen aan de ziekte blootgesteld. Zij konden zelden een beroep doen op adequate bescherming van de gezondheid, ziekte- of werkloosheidsuitkeringen, waardoor zij nog meer kwetsbaar waren.

De uitdagingen om de sociale bescherming van huishoudelijk personeel te waarborgen, zijn reëel, maar niet onoverkomelijk. Een aantal internationale arbeidsnormen bieden oplossingen. Het gaat onder meer om het Verdrag betreffende huishoudelijk personeel, 2011 (nr. 189) en Aanbeveling 2011 (nr. 201), alsook de aanbeveling inzake socialebeschermingssokkels, 2012 (nr. 202) en het Verdrag inzake sociale zekerheid (minimumnormen), 1952 (nr. 102).

Het rapport maakt aanbevelingen over hoe ervoor kan worden gezorgd dat huishoudelijk personeel uitgebreide sociale bescherming geniet, waaronder:
  • Ervoor zorgen dat huishoudelijk personeel ten minste even gunstige voorwaarden geniet als andere werknemers.
  • De administratieve procedures aanpassen en vereenvoudigen om ervoor te zorgen dat de wettelijke dekking ook in de praktijk wordt gebracht.
  • De registratie- en betalingsprocedures vereenvoudigen en stroomlijnen en adequate financieringsmechanismen ontwikkelen.
  • Uitkeringsstelsels ontwerpen die zijn afgestemd op de specifieke kenmerken van huishoudelijk werk.
  • Inspectiediensten en klachten- en beroepsprocedures bevorderen om naleving te waarborgen.
  • Huishoudelijk personeel en hun werkgevers bewuster maken van hun rechten en plichten.
  • Een participatieve en geïntegreerde beleidsaanpak bevorderen.